zaterdag 27 december 2008

IMMACULATA (Bozar, Brussel)

Immaculata
Braakland/ZheBilding
Cédric Andries
6Woord
Examen Kerstmis
Schooljaar 2008-2009

Opdracht: Bespreek de voorstelling Immaculata aan de hand van vijf Aristotelische begrippen. In hoeverre zou Aristoteles deze voorstelling een tragedie hebben genoemd?

1. MIMESIS

Mimesis verwijst naar op welke manier men de werkelijkheid tracht na te bootsen in de kunst, in dit geval theater.
De voorstelling is gebaseerd op schietpartijen waar we de dag van vandaag, vooral in de Verenigde staten, meer en meer mee te maken krijgen. Moest men bij Immaculata geprobeerd hebben een spiegelversie van de realiteit weer te geven, dan hadden we naar een heel ander toneelstuk gekeken. Stijn Devillé en Adriaan Van Aken werkten immers niet met gruwelijke beelden of vechtpartijen, maar met sobere monologen van de personages. Wat er gebeurde was niet persé te zien, maar je kon het zonder enige twijfel wel voelen. Dit door de sterke teksten, de over het algemeen zeer goede acteerprestaties en de bijpassende muziek die de emotionele impact van het stuk nog vergrootte.
Voorbeeld: Wanneer Sara Vertongen vertelt dat haar vriend in haar armen sterft, doet ze dit niet al krijsend, maar door de emotie die ze in haar stem legt kwam het prangende gevoel van hoe het zou zijn iemand te verliezen bij mij meteen naar boven.

2. PLOT

Bij plot wordt bedoeld hoe een verhaal zich van het begin naar het einde ontwikkelt.
Het stuk begint de nacht voor het gruwelijke gebeuren. De jongeren zijn dus in leven. Hoofdzakelijk via monologen, naar de kijker gericht, komen we meer te weten over de personen hun karakters, hun leven, hun relaties. Naar mijn mening had men deze karaktertekeningen iets minder goed mogen uitwerken, soms duurden ze voor mij iets te lang… Dan gaat het over de schietpartij op school. De personages vertellen hoe zij het hele gebeuren ervaren. Via snelle afwisseling tussen de verschillende personages wordt er een spanning opgebouwd, waarbij je als kijker de angstgevoelens van de personages heel goed kunt vatten. De personages sterven en vertellen nog even door over wat er gebeurd is, het ongeloof.

3. TAAL

De personages spreken allemaal naar het publiek, toch hebben ze ieder een individuele manier van spreken. Ik vond dat er een schitterend ritme zat in de monologen. Een ritme dat de kijker in een bepaalde sfeer kan brengen. Ook het spelen met hoge en lage stem gaf het stuk een extra dimensie. Ik vond wel dat Joeri Cnapelinckx hier soms in overdreef. Zijn soms te puberale, uitschietende stem vond ik soms ergerlijk, waardoor ik even mijn concentratie verloor. De personages gebruikten eenvoudige taal, die voor iedereen begrijpbaar is, een taal die de jeugd ook spreekt. Toch is er ook gelet op het poëtische aspect van teksten schrijven. Gelukkig was dit op een heel sobere en verdoken manier gebeurd. De kijker moet niet nadenken over wat de personages nu precies bedoelen, ze kunnen het gewoon over zich laten komen.

het is elf uur tweeënvijftig
buiten op de speelplaats
ontstaat een chaos. verdwaasde
eerstejaars – in alle
windrichtingen de speelplaats op,
sommigen weg van het gevaar
anderen er zonder het te weten recht naartoe.

Dit is een voorbeeld van een eenvoudig stukje tekst met een poëtische waarde.

4. KARAKTERS

De namen van de personages herinner ik mij niet meer en ik vond ze ook niet op Internet. Daarom zal ik mij baseren op de namen van de acteurs.

De personages zijn allemaal goed uitgewerkt, ze hebben elk een heel uitgesproken persoonlijkheid, waardoor het bijna typetjes worden. Sommigen hebben een band met elkaar, anderen niet.

- Kristof Van Perre speelt een eenzame jongen. Hij is lelijk, hoort nergens bij en wordt hiermee gepest. Hij heeft hier wel last van, want hij zou graag tot een groep behoren. Hij stalkt Sara Vertongen, maar zij ziet hem natuurlijk niet staan.

- Janne Desmet heeft net zoals Kristof geen vrienden. Zij doet echter alsof ze dit helemaal niet erg vindt, ze is een harde tante en heeft een heel moeilijke jeugd gekend (moeder dood). Ze heeft een enorme hekel aan school. Als je haar karakter iets dieper probeert te analyseren, merk je dat haar stoere gedrag een masker is. Je kunt ze een beetje vergelijken met wie men vandaag een “emo-girl” noemt.

- Sara Vertongen is het sleutelpersonage van het stuk. Zo wordt zij gestalkt door Kristof en heeft ze een relatie met Joeri Cnapelinckx. Toch vind ik dat haar karakter het minst uitgewerkt is. Laats ons zeggen dat ze de normaalste is van de bende. Een vrolijke meid, zonder al te veel problemen, die tot over haar oren verliefd is.

- Joeri Cnapelinckx is het liefje Van Sara. Hij is heel uitbundig, doet niets liever dan praten… Hij is nog niet echt volwassen (door zijn manier van praten)

Natuurlijk veranderen de houdingen van de personages wanneer de schietpartij plaatsvindt. Dit is een logische verwikkeling.

5. KATHARSIS

Toen ik de zaal binnenwandelde, en al wist waarover het stuk ging, dacht ik wel dat het stuk me zou aangrijpen. In het begin van het stuk kreeg ik even bang (zoals eerder vermeld) dat het een beetje saai zou worden.
Naarmate de verhaallijn zich verder ontwikkelde herkende ik bepaalde mensen in de personages. De emoties tijdens de schietpartij kwamen bij mij echt over, waardoor ik helemaal verwikkeld geraakte in het verhaal. Het stuk heeft dus zeker een emotionele werking.
Toen ik de zaal uitgewandelde was ik echter wel niet verdrietig. Ik kan die verdrietige sfeer achterlaten in de zaal. Wat ik dacht toen ik naar huis ging? Goed gedaan!

IS HET STUK NU EEN TRAGEDIE?
Aristoteles definieerde een tragedie als volgt: “Een tragedie is een nabootsing (mimesis) van een serieuze en volledige handeling die een zekere omvang heeft, in aangenaam gestileerde taal…door handelende personen en niet in de vorm van een vertelling, met als doel het opwekken van mee-lijden (eleos) en vrees (phobos) resulterend in de zuivering (katharsis) van dergelijke emoties.” (Poetica 1449b.)
Aristoteles had dit stuk volgens mij geen tragedie genoemd. De voorstelling is eerder een vertelling dan een weergave van de werkelijkheid.

Geen opmerkingen: